“Het goede leven verzamelen.
Als mama, dochter, vriendin, tuinier, kok, gastvrouw, leerling, adviseur toch ‘een wild hart’ blijven.
Dat is wat me drijft, wat ik hier samenbreng, met elkaar verbind.”
Altijd een wild hart blijven, openstaan, bijleren, delen.
Wilde harten zijn altijd onderweg, zijn velen tegelijkertijd, ze houden hun ogen wijd open, hun zintuigen op scherp, blijven zoeken.
Wie altijd blijft zoeken, heeft onderweg al veel gevonden. Geen bestemming, maar vondsten. Mogelijkheden van een leven, en schoonheid. Parels, rijkdom, overvloed.
Een leven gevuld met aardse geuren, felle smaken, nieuwe kleuren, subtiele geluiden, en de overtuiging dat uit iets goeds iets anders goeds zal voortkomen.